knakenhoer, knakentemeier
(1987) (inf.) prostituee die tegen betaling van een knaak (Bargoense term voor een rijksdaalder) haar gunsten verleent; erg goedkope hoer. Vaak als scheldwoord. Syn.: noppeshoer*. • Zegt die dame: ‘Capsones boeren?’ Dat was nou net niet wat we wilden horen. Dus ik scheld haar uit voor ‘knaketemeier’ en spuug voor haar o...