Wat is de betekenis van knagen?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

knagen

(2014) (inf.) eten. Syn.: balgen*; ballast* schieten; banken*; bavianen*; beffen*; bekken*; bikken*; blaffen*; boeffen*; iets in zijn botten* lappen; buffelen*; bunkeren*; voor de commissie* trekken; de darm* vullen; dikkedakken*; fritsen*; gaffelen*; gofferen*; hachelen*; happen*; jangen*; de kachel* stoken; kiebauwen*; kiskassen*; zijn kloten* vu...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

knagen

knagen - Werkwoord 1. met de tanden aanvreten Termieten knagen aan alles wat van hout gebouwd is.

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

knagen

knagen - regelmatig werkwoord uitspraak: kna-gen 1. ergens kleine stukjes af bijten ♢ de muis heeft aan de kaas geknaagd 2. een aanhoudend vervelend gevoel ergens over hebben ♢ het lukte niet de...

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Knagen

v., gnabje, gnauwe, gnodzje, k(j)iffe, k(j)ifje, k(j)ifte; -de insecten (in de grond), (b)iting, fretting, libben guod (it); bederf door -de insecten, fretterij, biterij, gebyt (it).

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knagen

(knaagde, heeft geknaagd;, 1. de voorste tanden op en neer doen gaan langs en tevens drukken tegen een zaak. al of niet om er iets af te halen, inz. van (knaag)dieren : de ratten knaagden aan het hout; de muizen hebben een gat in de deur geknaagd; aan een been, op een korst brood knagen; — (oneig.) de roest knaagt aan het ijzer,...

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

knagen

knaagde, h. geknaagd (1 van knaagdieren; knabbelen: 2 fig. aanhoudende smart veroorzaken): 1. bevers knagen; de hond knaagt aan een been: 2. de zorgen knagen aan zijn geluk.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

knagen

(‘kna:gən) (knaagde, heeft geknaagd) knauwen] 1. met de voorste tanden afbijten : muizen, ratten, bevers -; de hond knaagt aan een been; de tanden stomp -. →: been, hond. Syn. →: kluiven. 2. een aanhoudende, allengs toenemende pijn veroorzaken : de zorgen knagen aan zijn geluk; het geweten knaagt aan zijn ziel. 3. invreten : de ro...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

knagen

(knaagde, heeft geknaagd), 1. (onoverg.) de voorste tanden op en neer laten gaan langs en tevens drukken tegen iets, al of niet om er iets af te halen, m.n. van (knaag)dieren: de ratten knaagden aan het hout; (oneig.) de roest knaagt aan het ijzer, vreet in; 2. (overg.) door knagen doen ontstaan: de muizen hebben een gat in de deur geknaagd; 3. (...