Wat is de betekenis van knagen?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

knagen

(2014) (inf.) eten. Syn.: balgen*; ballast* schieten; banken*; bavianen*; beffen*; bekken*; bikken*; blaffen*; boeffen*; iets in zijn botten* lappen; buffelen*; bunkeren*; voor de commissie* trekken; de darm* vullen; dikkedakken*; fritsen*; gaffelen*; gofferen*; hachelen*; happen*; jangen*; de kachel* stoken; kiebauwen*; kiskassen*; zijn kloten* vu...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

knagen

knagen - Werkwoord 1. met de tanden aanvreten Termieten knagen aan alles wat van hout gebouwd is.

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

knagen

knagen - regelmatig werkwoord uitspraak: kna-gen 1. ergens kleine stukjes af bijten ♢ de muis heeft aan de kaas geknaagd 2. een aanhoudend vervelend gevoel ergens over hebben ♢ het lukte niet de...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Knagen

v., gnabje, gnauwe, gnodzje, k(j)iffe, k(j)ifje, k(j)ifte; -de insecten (in de grond), (b)iting, fretting, libben guod (it); bederf door -de insecten, fretterij, biterij, gebyt (it).