knabbelen
knabbelen - Werkwoord 1. (inerg) ~ aan, ~ op met de tanden stukjes ergens van afbijten ♢ Het konijn knabbelde aan het worteltje.
Nederlandstalige WikiWoordenboek
knabbelen - Werkwoord 1. (inerg) ~ aan, ~ op met de tanden stukjes ergens van afbijten ♢ Het konijn knabbelde aan het worteltje.
Nederlands woordenboek voor onderwijs
knabbelen - regelmatig werkwoord uitspraak: knab-be-len 1. er kleine stukjes af bijten ♢ zij knabbelde aan een koekje Regelmatig werkwoord: knab-be-len ik knabbel jij/u knabbelt ...
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
(knabbelde, heeft geknabbeld), 1. (onoverg.) met vlugge, korte bewegingen op iets bijten en gewoonlijk ook er zo kleine stukjes van af halen: aan een stukje kaas —; (fig.) het water knabbelt aan de oever; 2. (overg.) op de genoemde wijze opeten; 3. (werkplaatstechniek) het door een ponsende bewerking verwijderen van kleine hoeveelheden per...
Nederlands woordenboek (7e druk)
(knabbelde, heeft geknabbeld), 1. (onoverg.) met vlugge, korte bewegingen op iets bijten, en gewoonlijk ook er aldus kleine stukjes van afhalen: aan een stukje kaas knabbelen; muizen hebben dat stuk geknabbeld; het ros dat bijt en knabbelt op ’t gebit; (fig.) het water knabbelt aan de oever ; 2. (overg.) (w. g.) o...
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
KNABBELEN, (knabbelde, heeft geknabbeld), knagen (met kleine beten): aan een stukje kaas knabbelen; muizen hebben dat stuk geknabbeld; (fig.) het water knabbelt aan den oever. KNABBELING, v. (-en), het knabbelen, geknabbel.
Gerelateerde zoekopdrachten