Wat is de betekenis van klompenmaker?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

klompenmaker

iemand die klompen maakt. iemand die voor zijn beroep klompen maakt. Voorbeelden: De klompenmakers zeggen dat ze samen met TNO in staat zijn om Europese eisen te formuleren waaraan klompen moeten voldoen om een veiligheidskeurmerk te krijgen. Voor bescherming van de voet is het houten schoeisel absoluut veilig, verzekert fabrikant Sc...

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

klompenmaker

(1940+) (sold. Ned.-Indië) dokter, met bijgedachte aan een kluns. Syn.: pil*. Vgl. fietsenmaker*. • Klompenmaker, scheldnaam voor: dokter, die zijn vak niet verstaat. (J.J.M. van Dam: 'Jantje Kaas en zijn jongens,' Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, 1942-1948) • Alleen in de grote garnizoenen waren medisch opgele...

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

klompenmaker

(soldatentaal) dokter, met de bijgedachte van een kluns. Vgl. fietsenmaker en het Vlaamse kloefkapper. Klompenmaker, scheldnaam voor: dokter, die zijn vak niet verstaat. (J.J.M. van Dam, ‘Jantje Kaas en zijn jongens’, Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, 1942-1948)

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Klompenmaker

s., klompmakker.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klompenmaker

m. (-s), die klompen maakt; — hij slacht de klompenmakers, gezegd tot iem., die met zijn rug naar ’t licht zit.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)