Wat is de betekenis van kloffie?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kloffie

(1860) (< Rotwelsch Kluft?) (Barg.) jas; kledij; kostuum. Oudste bron: Moormann (1860). Köster Henke (1906) vermeldt 'kloft' (kleding): 'je bent godin gekloft' (netjes gekleed) en 'klofting' (kleren; ook: beddegoed). • Fader ... fader!... schreeuwde Bromtol nerveus,... effetjes thuiskomme ... schiet je kloffie an! (Israël Querido...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kloffie

kloffie - Zelfstandignaamwoord 1. (kleding) armoedige, informele, eenvoudige kleding Oud-soldaat Georges Duroy (Robert Pattinson) heeft geen cent te makken. In zijn sjofele kloffie, de enige kleren die hij bezit, loopt hij met hongerige maag door Parijs. Vol afgunst kijkt hij naar binnen bij de Folie...

2024-04-19
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

kloffie

jasje, pak, makkelijk zittende kleding In 1860 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, in de betekenis ‘jas’, samen met het werkwoord kloften voor ‘kleden’. In 1915 voor het eerst aangetroffen in een literaire tekst, voor ‘bullen, kleren’. Meestal brengt men kloffie in verband met het Hebreeuwse klipa (‘schaal,...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Kloffie

[v. Jidd. keliphas = omhulsel, schaal] (Barg., ook volkst.) kleding, kostuum, pak.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Kloffie

(klof) kostuum (Barg.)

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Kloffie

(Barg.) pak, costuum

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kloffie

o., (volkst.) pak, kostuum.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kloffie

o., (volkstaal) pak, kostuum.