Wat is de betekenis van Kloekmoedig?

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kloekmoedig

dapper.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kloekmoedig

bn. bw. (-er, -st), flink in handelen en optreden, inz. dapper, onversaagd; op onversaagde wijze.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kloekmoedig

bn., bw. (dapper, onversaagd, vastberaden. kloekhartig): een kloekmoedige aanval, zich kloekmoedig verdedigen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kloekmoedig

(kloek'moedəch) bn. en bw. (-er, -st) → kloek (II 2) : een -e houding; zich weren. Syn. → dapper.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kloekmoedig

bn. en bw. (er, st), flink in handelen en optreden, m.n. dapper, onversaagd; op onversaagde wijze.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kloekmoedig

KLOEKMOEDIG, bn. bw. (-er, -st), dapper, onversaagd; op onversaagde wijze. KLOEKMOEDIGHEID, v. KLOEKMOEDIGLIJK, bw.

2024-04-19
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Kloekmoedig

zie Dapper.