Wat is de betekenis van Klinkklank?

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klinkklank

m., afwisselend (regelmatig) geklink; meest ongunstig: aangenaam geluid, fraaie klank zonder veel betekenis of inhoud; (bij uitbr.) iets dat schoon schijnt maar niet degelijk is, klatergoud.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

klinkklank

m. (klatergoud; fig. holle phrasen): een redevoering vol klinkklank.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

klinkklank

m. 1. Eig. klatergoud. 2. Metf. vernuftig klinkende onzin : frazes vol -.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

klinkklank

m., afwisselend (regelmatig) geklink; aangenaam geluid, fraaie klank, zonder veel betekenis of inhoud; bij uitbreiding: klatergoud.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Klinkklank

KLINKKLANK, m. klatergoud, Lyonsch goud, verguld of verzilverd koperen plaatje, door het pletijzer gedund; valsche diamanten, onechte steenen — (fig.) vernuftige klinkende maar onjuiste denkbeelden.