Wat is de betekenis van klinkklaar?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klinkklaar

klinkklaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. zeer duidelijk, overduidelijk Het meeste wat in een zelfhulpboek staat over een onderwerp als ‘druk zijn’, brengt Jensen alsof het diepe inzichten betreft. Maar iets nieuws, tegendraads hoor je niet: ja, druk zijn is erg, want toeval brengt plezier, verrassing, creativi...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

klinkklaar

heeltemal duidelik; volkome suiwer, louter.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Klinkklaar

adj., (klink)klear, klearebare.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klinkklaar

bn., volkomen zuiver, louter, oorspr. bep. van metaal, vooral van edele metalen gezegd, later in het alg. in de zin van niets dan, enkel: klinkklaar goud; het is in klinkklare boter gebakken; dat is klinkklare onzin.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

klinkklaar

bn. (zeer klaar; louter): klinkklare onzin; klinkklaar goud; in klinkklare boter gebakken.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

klinkklaar

('klink) bn. (...klare) zeer klaar, louter : goud; in ...klare boter gebakken; ...klare onzin.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

klinkklaar

bn., volkomen zuiver, louter; oorspronkelijk van metaal, vooral van edele metalen gezegd, later in het algemeen in de zin van niets dan, enkel: — goud; het is in klinkklare boter gebakken; dat is klinkklare onzin.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Klinkklaar

KLINKKLAAR, bn. volkomen zuiver, louter: het is in de klinkklare boter gebakken (fig.) dat is klinkklare onzin.