Wat is de betekenis van klink?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

klink

1) (19e eeuw) (Vlaanderen, Barg.) vrouwelijk geslachtsdeel. Oorspr. van toepassing op dieren: de spleet tussen de schaamlippen van verschillende vrouwelijke dieren (koe, merrie). 'Zotte klink' is (was) in Vlaanderen een scheldwoord voor een vrouw. 'Over de klink gaan' is een verouderde platte uitdrukking voor copuleren, neuken. Zie ook: zwarte kli...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klink

klink - Zelfstandignaamwoord 1. handvat om de deur te openen of te sluiten Ik neem de klink vast en doe de deur open. 2. constructie om een deur gesloten te houden De klink is stuk waardoor de deur steeds opnieuw openzwaait. klink - ...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

klink

klink - zelfstandig naamwoord 1. handvat waarmee je de deur opent of sluit ♢ hij pakte de klink van de deur vast Zelfstandig naamwoord: klink de klink de klinken het klinkje...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

klink

Bargoense term voor vagina. Zo noemden wij de vagina mijn ‘ding’ of ‘klink’. De penis noemden we ook ‘ding’ of ‘tejis’. Frederika Brummer: Het leven van een woonwagengeneratie tussen 1900 en 1943.1984