klink
1) (19e eeuw) (Vlaanderen, Barg.) vrouwelijk geslachtsdeel. Oorspr. van toepassing op dieren: de spleet tussen de schaamlippen van verschillende vrouwelijke dieren (koe, merrie). 'Zotte klink' is (was) in Vlaanderen een scheldwoord voor een vrouw. 'Over de klink gaan' is een verouderde platte uitdrukking voor copuleren, neuken. Zie ook: zwarte kli...