Wat is de betekenis van klier?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

klier

(19e eeuw) (scheldw.) vervelend iemand, onuitstaanbaar persoon; mispunt, plaaggeest. Ook wel: klieroog. Van oorspr. gezwel werd de betekenis verruimd tot: iemand die gezwellen heeft; een afstotelijke vent.Er bestaat ook een werkwoord 'klieren': vervelend doen; hinderen. • Klier, (plat) vervelend, onuitstaanbaar mensch t is een echte klier; ee...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klier

klier - Zelfstandignaamwoord 1. (informeel) een onuitstaanbaar mens. Wat ben jij toch een klier, zeg! klier - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klieren ♢ Ik klier 2. gebiedende wijs van klieren ...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

klier

klier - zelfstandig naamwoord 1. deeltje van je lichaam dat vocht afscheidt ♢ de speekselklier in je mond produceert speeksel 2. vervelend iemand ♢ ik heb die klier niet uitgenodigd voor mijn feestje...

2024-04-25
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

klier

Orgaan of groep van cellen die stoffen maken die nodig zijn op een andere plek in het lichaam. Er zijn twee soorten klieren: exocriene en endocriene klieren. Exocriene klieren geven stoffen af via buisjes aan bijvoorbeeld de huid (zweetklieren) of het spijsverteringskanaal (bijvoorbeeld de alvleesklier). Endocriene klieren geven de stoffen die ze a...

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

klier

vervelend, onuitstaanbaar persoon; plaaggeest. Ook wel: klieroog. Er bestaat ook een werkwoord klieren: vervelend doen; hinderen.Zoo’n flauwe klier; die had staan grienen as ’n meid. (M.J. Brusse, Boefje, 1903) Wat ’n enge klier, smeert ze ’m zoo met ’t statiegeld. (Jacob Israël de Haan, Pijpelijntjes, 1904) Hij...

2024-04-25
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

klier

zie mispunt

2024-04-25
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

klier

klier - hetzelfde als klapoor.

2024-04-25
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

klier

orgaan dat een stof afscheidt; één of meercellig. Eencellige klieren: slijmklieren van darm- en luchtwegslijmvlies. Meercellige klieren: instulpingen van epitheel. De gevormde stof (secreet) kan via een buis verplaatst worden (exocriene klieren) of door omringende bloedvaten opgenomen worden (endocriene klieren).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

klier

orgaan wat ‘n stof of vog uit die bloed afskei.