Wat is de betekenis van Kleurling?

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kleurling

kleurling - zelfstandig naamwoord uitspraak: kleur-ling 1. iemand met een getinte huid ♢ de huid van deze kleurling is lichtbruin 2. iemand met gemengd bloed ♢ Bjorn is een kleurling want zijn v...

2024-04-24
Lexicon van de multiculturele samenleving

Martin Meulenberg (2003)

Kleurling

Lett. iemand met een gekleurde huid. Heeft voor veel mensen echter een negatieve betekenis, doordat het vooral bekend is geworden als een aanduiding van een bevolkingsgroep tijdens het blanke apartheidsregime in Zuid ­ Afrika, onderscheiden van zwart en blank.

2024-04-24
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Kleurling

of halfbloed, de nakomeling van mensen die van verschillend ras zijn. Zo spreekt men b.v. van mulatten (blanke en neger), mestiezen (blanke en Indiaan) en zambo’s (neger en Indiaan). Het kleurlingenvraagstuk vormt dikwijls een moeilijk bevolkingsprobleem, b.v. in de republiek Zuid-Afrika en in de zuidelijke staten van de USA.

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

Kleurling

1. ras van gemengde bloed van blankes en nie-blankes. 2. kleurling: gekleurde persoon.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kleurling

m. (-en).

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kleurling

m. en v. -en (iem., behorende tot de niet blanke mensenrassen; inz. iem. van gemengd bloed), ook: blauwe, liplap; zie mesties, mulat.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kleurling

('kleurling) m. (-en) persoon met gekleurde, niet blanke huid nl. 1. iemand van een ander mensenras dan het blanke : -en hebben nooit blauwe ogen. Tgst. blanke. 2. afstammeling van een blanke en een inlander : mestiezen, mulatten en sinjo’s zijn -en.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kleurling

m. (-en), persoon van gemengd bloed, te weten die geboren is (of hogerop afkomstig) uit de vermenging van een blanke met een niet-blanke.