kleurling
kleurling - zelfstandig naamwoord uitspraak: kleur-ling 1. iemand met een getinte huid ♢ de huid van deze kleurling is lichtbruin 2. iemand met gemengd bloed ♢ Bjorn is een kleurling want zijn v...
Muiswerk Educatief (2017)
kleurling - zelfstandig naamwoord uitspraak: kleur-ling 1. iemand met een getinte huid ♢ de huid van deze kleurling is lichtbruin 2. iemand met gemengd bloed ♢ Bjorn is een kleurling want zijn v...
Martin Meulenberg (2003)
Lett. iemand met een gekleurde huid. Heeft voor veel mensen echter een negatieve betekenis, doordat het vooral bekend is geworden als een aanduiding van een bevolkingsgroep tijdens het blanke apartheidsregime in Zuid Afrika, onderscheiden van zwart en blank.
drs. L.A. Beeloo (1981)
of halfbloed, de nakomeling van mensen die van verschillend ras zijn. Zo spreekt men b.v. van mulatten (blanke en neger), mestiezen (blanke en Indiaan) en zambo’s (neger en Indiaan). Het kleurlingenvraagstuk vormt dikwijls een moeilijk bevolkingsprobleem, b.v. in de republiek Zuid-Afrika en in de zuidelijke staten van de USA.
H.J. Terblanche - M.A., D. Litt
1. ras van gemengde bloed van blankes en nie-blankes. 2. kleurling: gekleurde persoon.
M. J. Koenen's (1937)
m. en v. -en (iem., behorende tot de niet blanke mensenrassen; inz. iem. van gemengd bloed), ook: blauwe, liplap; zie mesties, mulat.
Jozef Verschueren (1930)
('kleurling) m. (-en) persoon met gekleurde, niet blanke huid nl. 1. iemand van een ander mensenras dan het blanke : -en hebben nooit blauwe ogen. Tgst. blanke. 2. afstammeling van een blanke en een inlander : mestiezen, mulatten en sinjo’s zijn -en.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-en), persoon van gemengd bloed, te weten die geboren is (of hogerop afkomstig) uit de vermenging van een blanke met een niet-blanke.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: