Wat is de betekenis van Kleur?

2025-03-15
*PREMIUM* Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-03-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kleur

v. (-en), 1. (in ’t alg.) de bijzondere eigenschap der dingen, van het licht dat er op of door valt slechts stralen van een bepaalde, voor iedere stof karakteristieke golflengte terug te kaatsen of door te laten: ons oog onderscheidt vorm en kleur; 2. elk der bestanddelen waarin wit (kleurloos) licht kan worden ontleed, alsook de mengi...

2025-03-15
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Kleur

Kleur is een natuurkundig verschijnsel. Wanneer zonlicht op een driehoekig geslepen glas ofwel prisma schijnt, kan het menselijk oog alle kleuren tegelijk zien. Wit licht dat gebroken wordt door een prisma splitst zich in de zeven regenboogkleuren, van buiten naar binnen gezien zijn dit de kleuren rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet....

2025-03-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kleur

kleur - Zelfstandignaamwoord 1. het onderscheid dat gemaakt wordt op basis van het verschil in golflengte van licht kleur - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kleuren ♢ Ik kleur 2. gebiedende wijs van kleuren kleur! 3....

2025-03-15
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

kleur

Waargenomen eigenschappen die het resultaat zijn van het reageren van de visuele zintuigen op de golflengte van weerkaatst of overgebracht licht. De belangrijkste kleurdimensies zijn de variabelen of kenmerken kleurschakering, tint en intensiteit. Zie 'kleuren' voor afzonderlijke chromatische kleuren en achromatische kleuren of neutrale k...

2025-03-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kleur

kleur - zelfstandig naamwoord 1. zwart, wit, geel, rood, blauw of een mengsel daarvan ♢ welke kleur hebben die gordijnen? 1. hij heeft niet veel kleur [ziet er ziek uit] 2. kleu...

2025-03-15
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

kleur

1. Elk van de vier groepen van dertien kaarten uit het spel, d.w.z. schoppen, harten, ruiten en klaveren. 2. Het specifieke bezit van een speler in een kleur. In uitdrukkingen als ‘een goede kleur’, ‘een lange kleur’, ‘een lege kleur’ e.d. Zie ook: speelsoort

2025-03-15
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

kleur

in: kleur houden, voet bij stuk houden: Sodemieter nou maar vlug op, want mijn hoofd staat niet naar dat geouwehoer. De chauffeur hield echter kleur. ‘Meneer ik heb een gezin en deze rit moet betaald worden’, BOTING1 72.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-03-15
Papiaments woordenboek

Papiaments woordenboek

kleur

kleuren