Wat is de betekenis van Kleunen?

2024-04-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kleunen

(1909) (Barg.) (klinkende slagen) geven; slaan; afrossen; vechten. 'Doorkleunen op iemand' betekent: hem of haar verraden, aangeven bij de politie; doorslaan*. In de voetbalsport: er stevig tegenaan gaan. Ook: neuken. Zie ook: er naast kleunen. • Onmiddellijk is de strijd in vollen gang en de anderen zien met waar genoegen ’t kleunen (ve...

2024-04-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Kleunen

slaan, kloppen

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kleunen

(kleunde, heeft gekleund), (gew., volkst.), harde slagen geven, slaan, kloppen; vechten; (zegsw.) hij doet niets dan kloppen en kleunen.

2024-04-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kleunen

(kleunde, heeft gekleund), een harde slag geven, vechten; (fig.) ernaast er helemaal naast zitten, het volkomen mis hebben.

2024-04-16
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

kleunen

kleunen - slaan, kloppen.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kleunen

KLEUNEN, (kleunde, heeft gekleund), (gew.) slaan, kloppen; (zegsw.) hij doet niets dan kloppen en kleunen.