Wat is de betekenis van Kletsmajoor?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kletsmajoor

(1883) (oorspr. sold., thans inf.) legerpredikant; in algemeen gebruik: een praatziek iemand; kletskous; leuteraar. Nevenvorm van kletsmeier*. Bij Boekenoogen vinden we de variant 'kletskamizool'. Er bestaat ook een werkwoord 'kletsmajoren' (opgetekend door Van Ginneken. 1913). Vgl. Duits 'Quasselmeier'. Fransen gebruiken de term 'moulin à p...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kletsmajoor

kletsmajoor - Zelfstandignaamwoord 1. (pejoratief ) iemand die teveel praat, oorspronkelijk een legerpredikant Vroeger probeerde een bedrijf het beste product te maken tegen de beste prijs, tegenwoordig ben je dan hopeloos ouderwets. Want „de toekomst van succesvolle merken ligt in handen van storytellers”,...

2024-04-20
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Kletsmajoor

Kletsmajoor - legerpredikant. Tegenwoordig gebruikt in de zin van leuteraar.

2024-04-20
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

kletsmajoor

oorspronkelijk soldatentaal voor een legerpredikant; in algemeen gebruik: een praatziek iemand; kletskous; leuteraar. Nevenvorm van kletsmeier. Bij Boekenoogen vinden we de variant kletskamizool. Er bestaat ook een werkwoord kletsmajoren (opgetekend door Van Ginneken, 1913). Vgl. Duits Quasselmeier. Fransen gebruiken de term moulin a paroles.Ik z...

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kletsmajoor

m. (-s).

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kletsmajoor

m. -s (kletser).

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kletsmajoor

m. (-s), (ook: kletsmeier), (gemeenz.) kletser bij uitnemendheid.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)