Wat is de betekenis van Klemmend?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klemmend

klemmend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanklemmen

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

klemmend

knellend, benouend; sluitend, bondig, oortuigend.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

klemmend

('klemmənt) bn. en bw. (-er, -st) 1. wie, wat klemt. 2. afdoend, bondig : een betoog.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

klemmend

bn. en bw. (-er, -st), overtuigend, afdoend: een betoog, een bewijs.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Klemmend

KLEMMEND, bn. bw. (-er, -st), bondig, afdoend een klemmend betoog, een klemmend bewijs.