Wat is de betekenis van kleinhandelaar?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kleinhandelaar

Het begrip kleinhandelaar heeft 2 verschillende betekenissen: 1) detailhandelaar. iemand die voor zijn beroep waren in kleine hoeveelheden of aantallen direct verkoopt aan particuliere verbruikers; detailhandelaar; ook: het beroep van kleinhandelaar. 2) kleinhandelsbedrijf. bedrijf dat zich toelegt op de kleinhandel; kleinhandelsbedr...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kleinhandelaar

kleinhandelaar - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) een handelaar die zijn producten aan consumenten verkoopt. De kleinhandelaar koopt zijn goederen van de groothandelaar. 2. (economie) een bedrijf dat zich richt op de verkoop van producten aan consumenten. Woordherkomst samenstelli...

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kleinhandelaar

m. (-s), die kleinhandel drijft.

Wil je toegang tot alle 5 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)