klef
(1980+) (jeugd) slijmerig, plakkerig. Zie Onze Taal (april 1991). Zie ook: klefbek*. • Daar krijgt een volgende foet de opdracht om te zeggen: 'Ik ben een ontzettend kleffe vent.' (Gertjan Aalders: Handhaaft en Beschaaft, 1988) • Klef: overdreven aanhankelijk. ‘Dat paartje zit zelfs onder schooltijd zo klef te doen. Alsof ze elkaa...