Wat is de betekenis van kledingstuk?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kledingstuk

kledingstuk - Zelfstandignaamwoord 1. een deel van de kleding Hij kocht dat kledingstuk op de markt. Woordherkomst samenstelling van kleding en stuk

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kledingstuk

kledingstuk - zelfstandig naamwoord uitspraak: kle-ding-stuk 1. iets dat je kunt aantrekken ♢ een rok en een broek zijn kledingstukken Zelfstandig naamwoord: kle-ding-stuk het kledingstuk ...

2024-04-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

kledingstuk

kledingstuk - Bedekking van de romp, ledematen, handen, voeten en hoofd voor de warmte, mode, of om bedekken naaktheid. Het sluit over het algemeen andere voorwerpen die onder 'kostuum'vallen zoals sieraden, kronen en andere accessoires die puur decoratief of symbolisch zijn en geen praktische functie hebben, uit.

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kledingstuk

stuk klere.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kledingstuk

s.n., stik klean (it).

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kledingstuk

o. (-ken), voorwerp dat tot ’s mensen kleding dient; elk der delen waaruit iemands kleding bestaat; stuk kleren.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kledingstuk

o. -stukken (een of elk der stukken, delen, onderdelen, waaruit de [of: iems.] kleding bestaat; een stuk kleren): een eigenaardig kledingstuk.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kledingstuk

o. (-ken) stuk, deel der kleding van een mens.