kleden
kleden - Werkwoord 1. kleren aandoen 2. (refl), zich ~: met weefsel bedekken, van kleding voorzien ♢ Zij kleedt zich altijd volgens de laatste mode. kleden - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kleed Synoniemen aankleedden klederen, kleren