Wat is de betekenis van Klapper?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

klapper

1) (1731) (Barg.) (huis)kamer. In de betekenis van 'deur' reeds aangetroffen in 1731. De 'bovenklapper' was de bovenkamer, de 'luchtklapper' was het bovenhuis. Waarschijnlijk oorspronkelijk een deur, iets dat dichtklapt. De deurscharnieren waren royaal van smeerolie en vet voorzien, waardoor de deur geruisloos opende en sloot. Het bed stond meestal...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klapper

klapper - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) (voeding) Cocos nucifera een kokosnoot, de vrucht van de kokospalm (die zelf ook 'klapper' heet) 2. een val waarbij men luidruchtig onzacht terecht komt Hij maakte een lelijke klapper en brak zijn been. 3. een notitieblok dat men verticaal kan...

2024-03-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

klapper

kamer; roofhol In 1731 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, achter in het boek Cartouche, of de Gestrafte Booswicht, in de betekenis ‘deur’. In de betekenis ‘kamer’ voor het eerst gevonden in 1906, in De Boeventaal van Köster Henke. Een ‘bovenkamer’ werd indertijd een bovenklapper genoemd en een ‘bovenhuis’ e...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Klapper

Klapper - raceband die plotseling springt.