Wat is de betekenis van Klaplooper?

2024-04-24
Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Klaplooper

eig. iemand die met den leprozenklap loopt; figuurlijk iemand die bedelt, die zonder werken op andermans zak aan den kost komt. Degenen, die met melaatschheid, lazarij of leprozij besmet waren, mochten aalmoezen ophalen ; zij deden dit met een klappend toestel, om te waarschuwen dat een besmette naderde, en waarmee zij het geld op eenigen afstand k...

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Klaplooper

KLAPLOOPER, in. (-s), die klaploopt; (seheepst.) zijtakel in het stengewant, tot vele doeleinden gebruikt; ...LOOPSTER, v. (-9).

2024-04-24
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Klaplooper

z.n.m. - Schijfblok, dat overal gebezigd wordt waar wat te halen (hijschen) valt. Spreekwijze: Hy is een klaplooper (hy is er overal by, waar wat te halen valt).