Klaplooper
eig. iemand die met den leprozenklap loopt; figuurlijk iemand die bedelt, die zonder werken op andermans zak aan den kost komt. Degenen, die met melaatschheid, lazarij of leprozij besmet waren, mochten aalmoezen ophalen ; zij deden dit met een klappend toestel, om te waarschuwen dat een besmette naderde, en waarmee zij het geld op eenigen afstand k...