Wat is de betekenis van Klamper?

2024-04-24
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Klamper

Volksnaam voor Roofvogel in het algemeen, veelal de Sperwer, o.a. in Brabant [ziK 1962; WBD], Oost-Vlaanderen [WVD 1996] en delen van Limburg [WLD]. vD 1970: "Zuidn. voor wouw, bruine kiekendief, of een andere dagroofvogel" en "ww. klampen = ... 4. (zuidn) vastgrijpen, vangen: een dief klampen". In deze laatste omschrijving van...

2024-04-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

klamper

(de, -s) dagroofvogel, onder meer: sperwer, wouw, kiekendief, havik [wat er precies bedoeld wordt, varieert van streek tot steek]

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klamper

m. (-s), (Zuidn.) wouw, bruine kiekendief, of een andere dagroofvogel.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

klamper

m. -s (Z.-N. wouw).

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

klamper

('klampər) m. (-s) hij die klampt.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Klamper

KLAMPER, m. (-s), (Zuidn.) klem, bruine kieken, dief, zekere roofvogel.