klam
klam - Bijvoeglijk naamwoord 1. een beetje vochtig aanvoelend ♢ Van het zweten heb ik klamme handen gekregen. Zie ook klám
Wiktionary (2019)
klam - Bijvoeglijk naamwoord 1. een beetje vochtig aanvoelend ♢ Van het zweten heb ik klamme handen gekregen. Zie ook klám
Muiswerk Educatief (2017)
klam - bijvoeglijk naamwoord 1. vochtig en koud ♢ de muren van de kelder zijn klam 1. het klamme zweet breekt me uit [dat zeg je als je heel bang bent] Bijvoeglijk naamwoord: klam ...
Marc de Coster (1998)
onder de -me lappen kruipen onder de dekens kruipen. Slanguitdr. onder mariniers en jongeren. Ook tussen de (vette/zure) lappen kruipen.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-mer, -st), vochtig aanvoelend en enigszins plakkend; gezegd van zaken die van nature droog zijn, maar waar tegen zich vocht heeft vastgezet of waaruit het opkomt: de muur is klam, voelt klam aan ; het goed is nog klam; — in ’t bijz. van de door zweet vochtige huid : klamme handen; het klamme voorhoofd; vand. meto...
M. J. Koenen's (1937)
bn.; klammer, klamst (1 kleverig door vochtigheid; inz. vochtig door waterdamp, zweet; 2 vochtig-koud, kil, verkillend; 3 een gevoel van beklemming, verlamming gevend, lit. t.): 1. het lichaam klam van bloed; klam van zweet; 2. linnen is in de regel klam; het klamme voorhoofd van den stervende; het klamme zweet; 3. een klamme angst.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (-mer, -st) enigszins vochtig en koud: -me huid; het -me zweet; linnen; dat voelt aan.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: