Wat is de betekenis van kinderspel?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kinderspel

kinderspel - Zelfstandignaamwoord 1. een spel dat voor kinderen geschikt is en dus niet heel moeilijk kan zijn Het maken van een ingewikkelde oefening op het paard was voor de ervaren turner niet meer dan kinderspel. Woordherkomst samenstelling van kind en spel met het invoegsel -...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kinderspel

kinderspel - zelfstandig naamwoord uitspraak: kin-der-spel 1. het spel van kinderen ♢ het is heerlijk om naar dat kinderspel te kijken 1. dat is geen kinderspel [het is een ernstige zaak]...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kinderspel

s.n., bernespul (it), berneboarterij.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kinderspel

o. (-len, -en), 1. het spelen, spelende bezig zijn van kinderen; —(zegsw.) dat is maar kinderspel voor hem, dat is een kleinigheid, doet hij in een handomdraai; — dat is nog maar kinderspel, nog van geen gewicht, komt niet in vergelijking (met iets anders); — het is geen kinderspel, het is een ernstige zaak, m...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kinderspel

o. -spelen (1 spel, gespeel van kinderen, knapen of meisjes; 2 kinderachtig, beuzelachtig bedrijf van volwassenen: beuzelarij; 3 iets waaraan belang, betekenis, ernst, waarde moet worden ontzegd: onbeduidend iets, wissewasje; 4 een spel, een der spelen, waar kinderen zich mede vermaken): 1. voor mij den 70-jarige past geen kinderspel; 2. een erbar...

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kinderspel

o. (-en) 1. Eig. spel van of voor kinderen. 2. Metf. onbeduidende kleinigheid : kinderen opvoeden is geen -.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kinderspel

o. (-len, -en), 1.het spelen, spelend bezig zijn van kinderen (e); (zegsw.) dat is maar — voor hem, dat is een kleinigheid, doet hij in een handomdraai; dat is nog maar —, nog van geen gewicht, komt niet in vergelijking (met iets anders); het is geen —, het is een ernstige zaak; 2. een spel dat kinderen spelen. (e) De specifiek d...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)