Wat is de betekenis van Kinderbisschop?

2024-04-19
Sinterklaaslexicon

Marie-José Wouters (2009)

Kinderbisschop

→ Ommekeerfeesten.

2024-04-19
XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Kinderbisschop

Kinderbisschop - In de 16de eeuw werd de beste leerling van de scholen aan de Oude en de Nieuwe Zijde op Sint Nicolaasdag aangewezen om als kinderbisschop te fungeren op de feestdag van Onnozele Kinderen (28 dec.). LIT. J.H. Kruizinga, Levende folklore, 1953; B. Voets, Een aardig volksgebruik uit de 16de eeuw, O.A. 1953, 15.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kinderbisschop

m. (vgl. Onnozele Kinderen).

2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Kinderbisschop

Op Onnoozele-Kinderdag (28 Dec.) speelde vroeger een kind, gemijterd en gestafd, voor bisschop. De installatie geschiedde met de woorden uit het Magnificat: „Hij heeft de machtigen van den zetel gezet en de nederigen verheven”. In sommige streken bestaat het gebruik nog heden. Knippenberg

2024-04-19
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Kinderbisschop

Kinderbisschop, - in de Middeleeuwen aan grootere kerken een knaap met de mindere wijdingen, die met het feest van Onnoozele Kinderen, op vele plaatsgn reeds met St. Nicolaasfeest, als bisschop fungeerde, in hoogepriesterlijke gewaden het kerkelijk officie bijwoonde, de Collecte zong, den zegen gaf, soms ook een predikatie hield. Dit gebruik, dat z...

Gerelateerde zoekopdrachten