Wat is de betekenis van kin?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kin

deel van het gezicht. deel van het gezicht van mensen of de kop van sommige dieren dat zich aan de voorkant daarvan onder de mond bevindt en bestaat uit de voorste ronding van de onderkaak en de huid die daaroverheen ligt. Voorbeelden: Haar blauwig-zwarte haren waren tot een paardestaart samengebonden, in haar kin zat een leuk kuiltj...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kin

kin - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) het vooruitstekende deel van de onderkaak kin! - Tussenwerpsel 1. (Bargoens) akkoord!, in orde!, oké!, goed! Woordherkomst [tussenwerpsel] via Jiddisch van Hebreeuws כן (ken) oorspronkelijk "aldus, zo"; later "ja"Categorie:Jiddisch-Hebreeuws in het Nederland...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kin

kin - zelfstandig naamwoord 1. deel van het gezicht dat onder je mond zit ♢ er zit jam aan je kin 1. iemand onder de kin strijken [hem vleien] Zelfstandig naamwoord: kin ...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

kin

- op zijn kin mogen/kunnen/moeten kloppen, niets krijgen, met lege handen thuiskomen Monica Seles won ook de clash tegen Martina Hingis met 6-4 en 6-2, de Zwitserse kan dus weer op haar kin kloppen. - DM, 04-09-2002.

2024-04-25
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

kin

Inez van Eijk (1978: 80) kent ook de verwensing krijg een koperen kin, dan kun je je de hele dag de klere poetsen! Een variant is krijg een kind met een koperen kin, dan kun je je de hele dag de klere poetsen! Met deze verwensing, uitgesproken in geval van woede, verontwaardiging en andere frustratie, geeft men aan dat men iemand mina...

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

kin

In de verb. op zijn kin (mogen) kloppen, er bekaaid, met lege handen afkomen; vaak scherts.: niets krijgen, buiten de prijzen vallen. Sint Niklaas komt alleen nog voor de kleintjes; de groten (t.w. de oudere kleinkinderen) zullen op hun kin mogen kloppen, Gehoord te Boom dec. 1977. Het is je laatste kans; als deze worp (met...

2024-04-25
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

kin

(de, -s), (uitspr. S: tussen kieng en tjieng), naam voor twee soorten tangara: (a) SN rode kin, AN zilversnaveltangara (Grzimek IX: 430) of fluweeltangara, waarvan het mannetje rood- en bruinachtig is met een witte ondersnavel (Ramphocelus carbo)\ (b) SN zwarte kin, AN zwarte tangara, waarvan het mannetje geheel blauwzwart is (Tachyphonus rufus). A...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kin

sien ken.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Kin

(Barg.) ja; stil.