Wat is de betekenis van Kiezentrekker?

(1980+) (comp.) IC-puller, waarmee pinnetjes worden uitgetrokken. • Wie heeft mijn kiezentrekker meegenomen? (Hans Paijmans: Bootstraps en droogtrommels. De taal van de pc gebruiker. 1989) • Ondanks de dominantie van het Engels blijkt het Nederlands sterk genoeg om ook in de computerwereld voor een groot aantal taalcreatieve vondsten te...

s., kies-, kiezzelûker.

m. (-s), 1. iem. die er zijn beroep van maakt slechte kiezen uit te trekken; thans alleen in minachtende zin: op de kermis is weer zo'n kiezentrekker ; 2. werktuig om palen uit de grond te halen ; 3. (fig.) iets dat iem. veel geld kost, dat hem in verlegenheid brengt: dat is een lelijke kiezentrekker voor hem.

m. -s (iem., die [slechte] kiezen trekt, inz. die hiervan zijn beroep maakt, inz. op kermissen en jaarmarkten; een gereedschap om kiezen mee te trekken, om zware spijkers uit balken enz. te verwijderen; vaartuig met windwerk tot het uittrekken van palen): liegen als een kiezentrekker.

('ki:zə) m. (-s) hij die kiezen, tanden trekt.

KIEZENTREKKER, m. (-s), tandmeester, vooral in minachtenden zin op de kermis is weer zoo'n kiezentrekker; — heelmeesters-werktuig; — werktuig om palen uit den grond te halen; — (fig.) iets wat iem. veel geld kost, wat hem in verlegenheid brengt: dat is een leelijke kiezentrekker voor hem.

Kiezentrekker, m. (-s), tandmeester; heelmeesters-werktuig; werktuig om palen uit te halen.