Wat is de betekenis van kiepen?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kiepen

Het begrip kiepen heeft 3 verschillende betekenissen: 1) kantelen. over één zijde vallen; kantelen; omslaan; omvallen. 2) doen kantelen. een kantelende beweging laten maken; doen kantelen; laten omslaan of omvallen. 3) gooien, storten. iets met een snelle, krachtige beweging gooien of storten; smijten. Steeds...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kiepen

kiepen - Werkwoord 1. laten kantelen Zij kiepte haar glas omver. 2. laten vallen, neergooien Hij kiepte een hele lading hout op het vuur. 3. kantelen Door de storm kiepte de hele tent omver. Woo...

2024-04-19
Sinterklaaslexicon

Marie-José Wouters (2009)

Kiepen

Met een kiepmand (hengselmand) lopen en kleinigheden, suikergoed enzovoort rondventen, met name tegen sinterklaas. Van Dale, 1999.

2024-04-19
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

kiepen

→ kippen

2024-04-19
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kiepen

KIEPEN, (kiepte, heeft gekiept), kippen, omslaan; — (gew.) een stevigen borrel drinken. 2. KIEPEN (kiepte, heeft gekiept), met eene kiepmand loopen en kleinigheden, suikergoed enz. rondventen, inz. tegen Sinterklaas.