keus (keuze)
v./m. (keuzen), 1. het kiezen, de daad van kiezen: u blijft natuurlijk geheel vrij in uw naar eigen —; zijn — vestigen op, laten vallen op, het genoemde kiezen; een goede — doen, juist kiezen; een moeilijke, een (on)gelukkige —; naar keuze, naar verkiezing; (effectenhandel) in kopers —, de dag van de levering van gekoc...