Wat is de betekenis van ketsen?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ketsen

1) (1966) (inf.) copuleren, neuken. De volkstaal is rijk aan synoniemen voor de oudste daad ter wereld. Een kleine selectie: afhakken*; afpalen*; afraggen*; ballen*; bammen*; bangen*; bedvogelen*; beuken*; boemsen*; bonken*; bonzen*; boren*; buikstuiteren*; dakken*; dammen*; dekken*; doppen*; fietsen*; fikken*; flenzen*; flipperen*; fokken*; hengst...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ketsen

ketsen - Werkwoord Synoniemen [1] stuiten, keilen, kiskassen, scheren [3] weigeren [4] neuken

2024-04-19
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Ketsen

Ketsen - Vlaamse soldatenterm voor erop los schieten.

2024-04-19
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

ketsen

Copuleren*; geslachtsgemeenschap hebben. Betekent eigenlijk: kaatsen. Leidse biljarters zeggen schertsend wanneer de keu tegen de bal ketst: ‘Ketsen moet je thuis doen’. Dit woord, dat wellicht voor het eerst opdook in het Bargoens Woordenboek van Endt, werd min of meer populair gemaakt door Koot en Bie op hun elpee Hengstenbal (1977). Andere volks...

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

ketsen

1. Kaatsen. - Zie ook dialectwdb., o.a. C., J. en TEIRLINCK. 2. (Rond)lopen, (rond)drentelen (in pejor. zin). - Zie ook de dialectwdb. voor minder gebruikelijke bet. Nu was hij het ketsen langs de baan stilaan beu geworden en droomde ervan zijn leven meer naar de kant van de herbergier in te richten, DE PILLECYN 1962, 184. Sam.: afketsen (...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ketsen

v., kitse.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ketsen

(ketste, heeft en is geketst), I. onoverg., 1. het geluid „kets” maken of geven; — met iets ketsen, er mee slaan of gooien zodat dit geluid ontstaat; — (gew.) keilen; — (volkst.) schieten, doodschieten; 2. afstuiten; niet afgaan (van vuurwapenen): het geweer ketste; — (bilj.) mijn keu ketste,...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ketsen

I. ketste, h. geketst (1 van vuurwapenen: niet afgaan, weigeren; 2 fig. van de hand wijzen; van de hand gewezen worden; afspringen): 1. het pistool ketste; v. e. biljartkeu: de keu ketste, afschampen, afglijden; 2. wij hebben het gelukkig geketst; het verzoek om salarisverhoging is geketst; II. ketste, h. geketst (Lat. captiare, Z.-N. kaatsen, [a...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ketsen

('ketsən) (ketste, geketst) [klnb. ~ kaatsen] I. (heeft) 1. niet afgaan van vuurwapens ; het geweer ketste. 2. van de hand wijzen : een voorstel -. 3. door het tegen elkander slaan van keien, verkrijgen : vuur -. II. (is) mislukken : de zaak is geketst.