Wat is de betekenis van Keten?

2024-04-19
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Keten

Een keten is een aaneenschakeling van meerdere handelingen of gebeurtenissen. Een persoon kan een keten van handelingen verrichten om bijvoorbeeld tot een bepaald doel te komen. Zo moet de meubelmaker zijn hout in een bepaalde vorm zagen, de losse stukken hout vervolgens in elkaar timmeren en tot slot de creatie lakken of schilderen om tot een tafe...

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

keten

(1913) (inf.) herrie, spektakel maken. Vnl. onder scholieren en in de betekenis van 'herrie schoppen (in de les)'. Ook: keet fokken (schoppen, trappen). • keetfokken, lolschoppen, keten, herrie trappen. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913) • (F.A. Stoett: Ne...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

keten

keten - Zelfstandignaamwoord 1. uit losse, vaak metalen, schakels in een enkele rij aaneengeregen voorwerp Hij wist zijn ketenen te verbreken en zijn vrijheid te herwinnen. 2. (figuurlijk) onderling in verband staande rij van gelijksoortige zaken Het eiland word...

2024-04-19
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

keten

Eenvoudig houten gebouwtje.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

keten

keten - zelfstandig naamwoord uitspraak: ke-ten 1. zware ketting met twee klemmen om de handen mee vast te zetten ♢ hij werd in de ketens geslagen 1. door gouden ketenen verbonden zijn [van mensen...

2024-04-19
NIMA marketing lexicon

NIMA (1993)

keten

Reeks opeenvolgende en door de betrokken bedrijven op elkaar afgestemde economische activiteiten, die uiteindelijk een product oplevert dat voldoet aan de eisen van de (finale) afnemer.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

keten

I. v. -s, -en, ketentje (Lat. catena: 1 band of snoer, gevormd uit in elkaar geschakelde metalen ringen [schakels, schalmen] of uit andere beweeglijk met elkaar verbonden geledingen; ketting van verschillende vorm en toepassing; 2 fig. boei; in toepassing op ,,bindende” betrekkingen; 3 aaneengeschakelde opeenvolging van handelingen, gebeurten...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

keten

I ('ke:tan) v. (-en, -s; -tje) [Lat. catena] Eig 1. Algm. ketting ; een gouden -; een als insigne van een waardigheid (→ pl. wapenkunde 8); dubbele -, waarvan elke schakel twee ringen bevat. 2. meestal mv. Inz. boei : in -en slaan; in -en geklonken; vergulde -en dragen, onder de schijn van rijkdom en pracht verslaafd zijn. Syn. → ba...