Wat is de betekenis van kelder?

2023-10-02
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

kelder

(1861) (sch.) (meestal verkleinvorm) vrouwelijk geslachtsdeel. Zie ook: de kelder* witten. • Denk aan mijn keldertje, gij waart zoo vaak er in!" „Hoe, wat!” riep nu de man, met hoogst verblijden zin, „Och, hadt gij paard en kar daar ook doen binnen rijden!" (Venus-lusthof: nalezing op de portefeuille van onuitgegeven dichtst...

2023-10-02
Woordenboek van eigentijds Nederlands

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kelder

vertrek onder een huis of gebouw. veelal gemetseld of betonnen vertrek in een huis of gebouw, dat beneden de begane grond ligt en daardoor meestal minder geschikt is voor bewoning of verblijf en vooral voor louter praktische doelen dient, als opslagruimte e.d.; vertrek onder een huis of gebouw. Voorbeelden: Veiligheidshalve werpt moe...

Direct toegang tot alle 20 resultaten over kelder?

Word nu vriend van Ensie
2023-10-02
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kelder

kelder - Zelfstandignaamwoord 1. een ondergrondse bergruimte 2. (scheepvaart) de bodem van de zee kelder - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kelderen ♢ Ik kelder 2. gebiedende wijs van kelderen kelder! 3. (bij inversie...

2023-10-02
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Kelder

Kelder - bergplaats van de scheepsvoorraad.

2023-10-02
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kelder

kelder - zelfstandig naamwoord uitspraak: kel-der 1. donkere, koele ruimte onder een huis ♢ de wijn bewaren we in de kelder Zelfstandig naamwoord: kel-der de kelder de kelders ...

2023-10-02
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Kelder

L. Wethouder van Zaandam voor de SDAP van 1937 tot 1941. Zie: ➝ Tweede Wereldoorlog 3.

2023-10-02
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

kelder

kelder - Wordt gebruikt voor ruimten die geheel of voor het grootste deel ondergronds liggen en die worden gebruikt voor opslag, vooral van voedsel. Voor soortgelijke ruimten die als woonruimte dienen of voor andere gebruiksdoeleinden wordt 'souterrains (verdiepingen)' gebruikt.

2023-10-02
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

kelder

zie kellner

2023-10-02
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

kelder

kelder - vr. geslachtsdeel. Denk aan mijn keldertje, gij waart zoo vaak er in. Venus-Lusthof 35 [1861].

2023-10-02
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

kelder

(de, -s), (hist.) kist verdeeld in vakken, bestemd voor het vervoer van vierkante flessen (als veroud. AN), echter in Suriname eertijds ook gebruikt (a) voor het vervoer van andere dingen en (b) als inhoudsmaat, a: Ik ontving met die boot het een en ander van Reunie, maar helaas de rijst was in plaats van in een kelder juist in een kleine zak ingep...

2023-10-02
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kelder

s., kelder; naar degaan, nei beppekelder, nei de lichte, nei gychem gean.

2023-10-02
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kelder

m. (-s), 1. het gedeelte van een (gemetseld) huis dat beneden het terreinpeil ligt, tussen de begane grond en de fundamenten, dienende als bergplaats,voor opstelling van ketels enz.: hier is de trap naar de kelder; een diepe, een vochtige, een veilige kelder;de kelders, de afdelingen van deze ruimte in een groot gebouw...

2023-10-02
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Kelder

(Lat. cellarium), onder of gedeeltelijk in de grond gebouwde ruimte, vnl. bestemd voor het bewaren van levensmiddelen. Men noemt een gebouw kelderhol, wanneer zich K. onder het gehele gebouw uitstrekken.

2023-10-02
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

KELDER

noemt men een onder of gedeeltelijk in de grond gebouwde ruimte, van steen of gewapend beton opgetrokken en daarmede bevloerd, somtijds overwelfd en somtijds van een planken zolder voorzien. De normale kelderwarmte is gelijk aan de gemiddelde luchttemperatuur van de bodem, die gewoonlijk slechts weinig veranderingen ondergaat. Hoe dieper de kelder...

2023-10-02
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kelder

m. kelders, keldertje (1 ondergrondse [gemetselde] ruimte in een gebouw, tot bergplaats dienende; 2 grafkelder; 3 afk. wijnkelder, ijskelder enz.; 4 bij verg.; 5 kist met afdelingen of vakken, waarin vierkante flessen bewaard of vervoerd worden; zie k e l d e r t j e): 1 een waterdichte kelder; kolen in de kelder; 2 de kelder dezer kapel; 3 een fl...

2023-10-02
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Kelder

Ondergrondsche, ommuurde en overdekte ruimte. Als bergplaats heeft de k. het voordeel van een gelijkmatige temp. (in den zomer koel, in den winter vorstvrij), door de isoleerende werking van de omringende grondmassa; tevens een geïsoleerde en beschutte ligging, waardoor hij geschikt is als ondergrondsche kluis voor geld en kostbaarheden; verde...

2023-10-02
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kelder

('keldər) m. (-s; -tje) [Lat. cellarium] I. Eig. holle bergplaats, onder een gebouw, of in de grond nl. 1. a. holle, meestal gemetselde bergplaats, onder in een woonhuis : de ingang naar de -; een waterdichte -; wijnkelder; zand in de doen; tegen bomaanvallen in de schuilen; de -s van een gebouw, de verschillende kelderruimten; zijn is goed vo...

2023-10-02
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Kelder

Hebreeuwsch asam (Deut. 28 : 8), Grieksch tameion (Luc. 13 : 24), beteekent een ruimte om de tarwe in te bergen en te bewaren. Of daaronder onderaardsche bewaarplaatsen verstaan moeten worden, zooals tegenwoordig nog in Syrië en Perzië voor de tarwe gebruikt worden, of boven-de-aarde-aangebrachte plaatsen, kan moeilijk uitgemaakt worden....

2023-10-02
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kelder

m. (-s), 1. gedeelte van een gebouw, dat zich voor het grootste deel of geheel onder het maaiveld en onder de begane-grondvloer bevindt (e): hier is de trap naar de een diepe, een vochtige, een veilige de kelders, de afdelingen van deze ruimte in een groot gebouw: de kelders van de Ned. Bank; drijvende -, die blootstaat aan waterdruk van onderen en...

2023-10-02
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Kelder

van ’t Lat. cellarium = onderaardsche voorraadskamer, van cella = kleine kamer, afl. van celere = verbergen, verwant met ons helen (z. d. w.).