Wat is de betekenis van Keffen?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

keffen

keffen - Werkwoord 1. blaffen van een kleine hond Het hondje kefte de hele dag.. 2. kijven, luidkeels ruzie maken van vrouwen Zij keft de hele dag tegen haar kinderen.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Keffen

v., keffe, kefje, kiffe, kifje.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Keffen

(kefte, heeft gekeft), 1. hoog en snel blaffen, vooral van een kleine hond; 2. (fig.) te keer gaan tegen, schimpen op; — (gew.) snappen, kijven (inz. van kinderen en vrouwen); op kijvende toon bedillen.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

keffen

kefte, h. gekeft (1 scherp en hoog blaffen van vossen en inz. van kleine honden; 2 fig. [machteloos, onschadelijk] tegen iem. met woorden te keer gaan; 3 snappen, kijven): 1 keffen tegen de maan; een kort keffen; 2 hoor hem keffen, die oude beuzelaar; ook: opsnijden b.v. altijd keffen en pochen; 3 zal dat keffen nooit ophouden?

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

keffen

('keffən) (kefte, heeft gekeft) [klnb.] 1. kort. scherp en hoog blaffen, van kleine honden en vossen: het keft wel, maar bijt niet. → maan. 2. machteloos te keer gaan : laat die oude dweper -. 3. grootspreken, snoeven : ’t van een kale jonker. 4. babbelen, beuzelen : zij staan nog altijd te -.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

keffen

(kefte, heeft gekeft), 1. hoog en snel blaffen, vooral van een kleine hond; 2. (fig) tekeergaan tegen, schimpen op.

2024-04-19
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Keffen

zie Kever.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Keffen

KEFFEN, (kefte, heeft gekeft), blaffen (van een kleinen hond); (fig.) snappen, kijven (inz. van kinderen en vrouwen); iem. op hoogen, kijvenden toon bedillen. KEFFING, v. (-en), het keffen; (fig.) gekijf.