kazemat
(19e eeuw) (vnl. Vlaanderen, oorspr. sold.) bed, slaapplaats: 'in zin zijn kazemat kruipen': gaan slapen. • Hij vond Chassé in zijn kazemat en werd dien middag door hem op stokvisch onthaald. (Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1866) • ‘Wat heb ik je nu gezegd!’ brulde de kapitein woedend, en kwam uit zijn kazema...