Wat is de betekenis van katheter?

katheter - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) een buisje dat tijdelijk in een lichaamsholte wordt aangebracht, bijv. om lichaamsvocht op te vangen of een medicijn toe te dienen ♢ De katheter werd verwijderd. Verwante begrippen stoma Zie ook katheder

Dunne buis die de dokter kan inbrengen in een lichaamskanaal of bloedvat (uitspraak: kaa-TEE-tur). Door een katheter kunnen lichaamsvloeistoffen wegstromen (bijvoorbeeld plas, uit de blaas) of kan een stof juist het lichaam in, bijvoorbeeld een contraststof om röntgenfoto’s goed te laten lukken. Het inbrengen van een katheter heet ‘katheterisatie’....

een dun buisvormig instrument om vloeistoffen langs een natuurlijke weg uit lichaamsholten te kunnen aftappen, eventueel die holten te kunnen spoelen. Zij zijn óf slap (van dun rubber) of halfstijf (plastic) of stijf (glas of metaal); de stijve katheters hebben een speciale vorm in verband met de bouw van het orgaan waarvoor zij gemaakt zijn...

zie CATHETER.

buisje in de geneeskunde, vnl. in gebruik om urine uit de blaas te verwijderen.

m. katheters; zie c a t h e t e r.

Hol staafvormig instrument, afwisselend in dikte en vorm en van verschillend materiaal (metaal, zijde, rubber), gebruikt om langs natuurlijken weg in de urinewegen te brengen bij storing in de ontlediging der urinewegen of ter onderzoek.

Gr., een heelkundig instrument, dat in kanalen en holten van het lichaam kan worden gebracht, en voornamelijk dient om vochten af te tappen, ook wel om vocht of lucht in te brengen. De K. zijn buisjes, gewoonlijk aan het einde dat in het lichaam gebracht wordt ietwat afgerond, en terzijde van 1 of 2 openingen voorzien. Men heeft K. van metaal (zilv...

een heelkundig instrument, dat in verschillende lichaamsdeelen ingebracht kan worden (meestal in de urineblaas).