Wat is de betekenis van katheder?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

katheder

katheder - Zelfstandignaamwoord 1. spreekgestoelte 2. lessenaar 3. (religie) bisschopszetel Zie ook katheter

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Katheder

[Gr. kathedra, van kath-èmai = zich neergezet hebben, hedra = zetel] oorspr.: bisschopszetel in kerk; spreekgestoelte, leerstoel (van hoogleraar).

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Katheder

(kateder) spreekgestoelte; bisschopszetel

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Katheder

spreekgestoelte; leerstoel; bisschopszetel; kathedersocialist: iemand, die in theorie socialistische ideeën verkondigt

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Katheder

katheder, leerstoel.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Katheder

(<Gr.), m. (-s), 1. spreekgestoelte; inz. dat van waar uit een hoogleraar spreekt; (fig.) plaats, ambt van hoogleraar; 2. (R.-K.) de bijzondere stoel waarin de bisschop gedurende de dienst plaats neemt.

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

katheder

m. leerstoel v. e. hoogleraar; spreekgestoelte; ~ socialisten, voorstanders van zeer vergaande staatsbemoeiing op sociaal en economisch gebied.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

katheder

m. katheders (leerstoel van een hoogleraar; spreekgestoelte; bisschopszetel in een kathedraal); verg. c a t h e d r a.