Wat is de betekenis van kastrol?

2024-04-18
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kastrol

braadpan. pan om vlees in te stoven of te braden; braadpan. Voorbeelden: Pak die kastrol met pannenlappen vast, anders brand je je vingers. http://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/kastrol

2024-04-18
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

kastrol

(zn) braadpan WB.

2024-04-18
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

kastrol

zie kasserol.

2024-04-18
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Kastrol

ook: kasserol [Fr. casserolle, van casse, van lt. cassa = doos met vakjes; zie capsa] 1 grote braad- of stoofpan, meestal van koper; 2 (Z.N.) kookpan in het algemeen.

2024-04-18
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kastrol

kookpot.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kastrol

(<Fr.), v. (-len), 1. grote (koperen) braadpan; (Zuidn.) kookpan in ’t alg.; 2. rand van rijst e.d. waarin een vleesgerecht wordt opgedist.

2024-04-18
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

kastrol

v. komvormige koperen braadpan met steel, (Fr.) casserole.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kastrol

v. kastrollen (Fr. casserole: [komvormige] braadpan, stoofpan met steel).

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

kastrol

v. komvormige koperen braadpan.