kas
...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-sen), 1. beschuttend omhulsel, kast, doos, foedraal: de kas van een horloge; — eert. inz. relikwiekas; bij iem. in de kas zijn, staan, in de gunst, hoog aangeschreven staan; 2. planken kast om een standbeeld, een bank enz. ter bescherming tegen het weer: met November gaat de kas om Vosmaer in de Scheveningse bosjes;...
W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip kas heeft 4 verschillende betekenissen: 1) omhullende buitenkant. beschermende ombouw, bijvoorbeeld bij een horloge, orgel of wiel; omhullende buitenkant. 2) beschermende ruimte voor gewas. gebouw voor bloemen of planten dat vaak van glas gemaakt is, zodat de ruimte warm blijft; beschermende ruimte voor gewas. 3) geldv...
Marc De Coster (2020-2025)
1) (19e eeuw) (Vlaanderen, inf.) lichaam; buik, maag; (in jeugdtaal ook) mond. 'Zijn kas vullen': goed eten; 'een stuk in zijn kas hebben': dronken zijn, 'op zijn kas krijgen': een pak slaag krijgen. • Het aan ze kasken hebben, ijdel, hoveerdig zijn. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1900) &b...
Muiswerk Educatief (2017)
kas - zelfstandig naamwoord 1. glazen huisje waarin planten worden geteeld ♢ in de kas is het meestal erg warm 2. plaats waar geld bewaard wordt ♢ aan het eind van de dag tellen we hoeveel geld er in kas is...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: