Wat is de betekenis van karweitje?

2025-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Karweitje

o. (-s), kleine karwei; — zegsw.: dat is een mooi karweitje, een voordelig zaakje.

2025-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

karweitje

karweitje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord karwei