Wat is de betekenis van Karwei?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

karwei

karwei - Zelfstandignaamwoord 1. een klus of hoeveelheid werk die gedaan of afgerond moet worden Dat is een behoorlijk karwei, hoor! 2. slachtafval karwei - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karweien ♢ Ik karwei...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

karwei

karwei - zelfstandig naamwoord uitspraak: kar-wei 1. een afgerond stuk werk ♢ het karwei is klaar hoor! Zelfstandig naamwoord: kar-wei het karwei de karweien ...

2024-04-20
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Karwei

Karwei -gestorven op een groot karwei: in een bordeel gestorven. Eufemisme onder ambulancepersoneel.

2024-04-20
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Karwei

1. het - afmaken,in politieke kringen een cliché- uitdr. voor ‘het vervullen van zijn taak, opdracht’. De succesvolle CDA-verkiezingsleuze uit 1986, verzonnen door reclameman Paul Steenhuisen, luidde Laat Lubbers zijn karwei afmaken(afgeleid van het Amerikaanse let Reagan finish hisjob).Men zegt ook wel het karwei klaren. Lubbers mag zijn karwei af...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

karwei

gekarwei, vervoer; transportwerk; (los) stuk werk.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Karwei

s., kerwei (it), krewei (it); zwaar —, heikerwei (it), heikeraezje, piel put, plôk; het is een hachelijk —, it is in hangizer om oan to gean; dat wordt een heel —, dat wurdt in taeije sneed; -tje, putsje (it); kleine -tjes doen, piele pantsjerove, gnúskje, knúskje, ompa...

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Karwei

v. en o. (-en), 1. werk, bepaalde taak, door een handwerksman te verrichten of aan hem opgedragen, vooral in de verkleinvorm: een karweitje voor de timmerman, voor de schoenmaker; ook in de zin van aangenomen werk: hij heeft een grote karwei aangenomen; 2. werk dat een baas door een of enige van zijn knechts buiten de winkel laat uitv...

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

karwei

v. karweien, karweitje (Fr. corvée [Lat. corrogata = oproeping]; 1 oorspr. herendienst; onbetaalde arbeid; 2 betaald werk inz. bij handwerkslieden; 3 werk, werkstuk, opdracht, taak; 4 zwaar, vervelend werk): 1 dwangwerken en karweien; Z.-N. mil. allerlei karweien, aardappels schillen (N.-N. corvée); 2 Hein kreeg een karwei v. drie wek...