karkas
1) (19e eeuw) (plat) menselijk lichaam. 'Op zijn karkas krijgen': slaag krijgen. In Vlaanderen ook schertsend voor bult (Herman J. Claeys: Vlaams Dialecten woordenboek. 2001). • Mijne jonge meerderen beschimpten nooit het schamel gelapte voorkomen mijner karkas, welks beide uitersten dikwijls aan al de ongenade des weders waren blootgesteld. (...