Wat is de betekenis van karbonkel?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

karbonkel

(19e eeuw) (sch.) (grote en meestal rode) neus. Eigenlijk: iets dat groot is in zijn soort. In een woordenboek van vreemde woorden (uit 1955) wordt karbonkel nog omschreven als: hoogrode robijn ; vurige puist. Vgl. aardbei*; boegspriet*; domper*; flip*; fokkenmast*; gaffel*; gevel*; gieber*; giechel*; gok*; kalebas*; hapstok*; keg*; klomp*; klus*...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

karbonkel

karbonkel - Zelfstandignaamwoord 1. ernstige huidinfectie Joop Zoetemelk spreidde ooit zijn dijen op een hotelkamer opdat het vaderlands journaille de karbonkel met eigen ogen kon aanschouwen – en bezingen. Tom zou zoiets nooit doen. Hij zou het een weinig smaakvolle exhibitie vinden. Het zitvlak van...

2024-04-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Karbonkel

[v. Lat. carbunculus, verklw. van carbo = (gloeiende) kool] 1 helrode robijn; 2 bep. soort steenpuist, de zgn. negenoog; 3 kantaloep (z.a.).

2024-04-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Karbonkel

vurige puist; felrode robijn; grote soort meloen

2024-04-23
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Karbonkel

ontstaat wanneer meerdere kleine, naast elkaar gelegen steenpuisten tot één ontstekingshaard samenvloeien. Suikerpatiënten en mensen op oudere leeftijd, die weinig weerstandsvermogen hebben, neigen in het bijzonder tot karbonkelvorming. Ook de miltvuurinfectie van de huid brengt kwaadaardig verlopende k. teweeg. Het meest doen ze...

2024-04-23
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Karbonkel

zie Granaat.

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

karbonkel

rooi edelgesteente; rooi, vurige puisie; negeoog.

2024-04-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Karbonkel

hoogrode robijn; vurige puist.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Karbonkel

carbunculum, negenoog, zie aldaar.