karakterloos
...
Wiktionary (2019)
karakterloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder karakter ♢ Wij wonen in een karakterloos huis in een karakterloze buurt in een karakterloze stad. Woordherkomst afgeleid van karakter met het achtervoegsel -loos Synoniemen slap, week, willoos, alledaags
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (...lozer, -t), 1. zonder karakter (in de zin van zedelijke persoonlijkheid): een karakterloos mens; — daarvan blijk gevend: karakterloze slapheid; 2. geen eigen karakter vertonende: karakterloze gebouwen,gevels; karakterloos woordgebruik.
M. J. Koenen's (1937)
1 bn. (1 v. personen: zedelijke kracht, zelfstandigheid missende, laag, eerloos; 2 v. zaken: blijk gevende van gemis aan karakter, zedelijke kracht enz.; banaal, alledaags): 1 een karakterloze vent; 2 karakterloos gedrag, een karakterloos gebouw; 2 bw. (op karakterloze wijze; blijk gevende van gemis aan karakter): zich karakterloos gedragen.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (...lozer, -t) 1. zonder karakter, zedelijke persoonlijkheid, kracht, zelfstandigheid, flinkheid: een man; ...loze trekken; zich gedragen. 2. zonder iets eigens, eigenaardigs, oorspronkelijks: een gebouw.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-lozer, -t), 1. zonder karakter (in de zin van zedelijke persoonlijkheid): een — mens; daarvan blijk gevend: karakterloze slapheid; 2. geen eigen karakter vertonend: karakterloze gebouwen, gevels; — woordgebruik.
J.H. van Dale (1898)
bn. bw. (...loozer, -t), zonder karakter of eergevoel: een karakterloos mensch. KARAKTERLOOSHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: