Wat is de betekenis van karaf?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

karaf

karaf - Zelfstandignaamwoord 1. (huishouden) tafelfles met wijde buik en smalle hals voor het schenken van wijn, water, likeur enz. Woordherkomst Via het Franse carafe en het Italiaanse caraffa te herleiden tot het Arabische غرف, "ghárafa".

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

karaf

karaf - zelfstandig naamwoord uitspraak: ka-raf 1. schenkkan van glas ♢ we bestelden een karaf water bij de maaltijd Zelfstandig naamwoord: ka-raf de karaf de karaffen ...

2024-04-19
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

karaf

Uit welke taal komt het woord karaf? a Uit het Arabisch: ghiraf betekent ‘drinkkruik’. b Uit het Italiaans: caraffo betekent ‘mand’ en is verwant aan het Nederlandse korf. c Uit het Turks: karap betekent ‘wijn’.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Karaf

tafelfles

2024-04-19
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

karaf

karaf - Flessen of kannen met handvatten voor het serveren van wijn of water aan tafel.

2024-04-19
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Karaf

kan of fles van glas of kristal, waarin wijn, vruchtesap of water aan tafel wordt gepresenteerd.

2024-04-19
Wijn & drank Encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Karaf

Normaal gesproken biedt de wijn die men in een restaurant per karaf serveert geen andere garantie dan het goed vertrouwen van de restaurateur. De op dezelfde manier aan kenners geschonken wijn is tijdig voor de maaltjd gedecanteerd, soms zelfs de vorige dag al. De beste karaffen zijn gemaakt van doorzichtig glas, al of niet van kristal, om de disge...

2024-04-19
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Karaf

glazen kan met oor, of fles met min of meer dikke buik en al dan niet hoge hals. Soms met stop, in welk geval zij bestemd is om aan tafel wijn uit te schenken.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Karaf

s., kraf(t).