Wat is de betekenis van Kapitein-generaal?

2024-03-29
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Kapitein-generaal

Kapitein-generaal, de bevelhebber over het krijgsvolk in een gewest. Deze functie was in de Bourgondisch-Habsburgse tijd steeds gecombineerd met die van stadhouder. In de Noordnederlandse Republiek werd prins Maurits van Nassau in 1587 benoemd tot generaal bij afwezigheid van de landvoogd → Leicester. Na Leicesters definitieve vertrek stelde Hollan...

2024-03-29
Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Kapitein-generaal

in de Ned. geschiedenis de bevelhebber over het krijgsvolk in een gewest, wiens functie in de Bourgondisch-Habsburgse tijd steeds gecombineerd was met die van stadhouder. In de NoordNed. Republiek werd prins → Maurits van Nassau 1587 benoemd tot generaal bij afwezigheid van de landvoogd → Leicester. Na diens definitieve vertrek stelde H...

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kapitein-generaal

m. (-s-generaal), kapitein-generaal en admiraal, (hist.) titel der stadhouders in Nederland.

2024-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Kapitein-Generaal

en Admiraal, tijdens de Ned. Republiek titel van de opperbevelhebber van leger en vloot; Alva* kwam in 1567 met dit ambt bekleed in het land. Later erfelijk bij de stadhouders uit het Huis van Oranje.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kapitein-generaal

m. kapiteins-generaal (titel der stadhouders: opperbevelhebber).

2024-03-29
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Kapitein-generaal

sedert 1072 a/h stadhouderschap verbonden titel v. opperbevelh. v/h leger der Vereen. Ned. Gewesten, het eerst toegekend aan Frederik Hendrik.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kapitein-generaal

m. (-s -) Eert. opperbevelhebber, titel der stadhouders.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kapitein-generaal

m. (-s-generaal), (Ned. geschiedenis) de bevelhebber over het krijgsvolk in een gewest, waarvan de functie in de Bourgondisch-Habsburgse tijd steeds gecombineerd was met die van stadhouder. (e) In de Noordned. Republiek werd prins →Maurits van Nassau in 1587 benoemd tot generaal bij afwezigheid van de landvoogd →Leicester. Na diens defini...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kapitein-generaal

m. (-s-generaal); kapitein-generaal en admiraal, (oudt.) titel der stadhouders in Nederland.