Wat is de betekenis van kankerlijer?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kankerlijer

(1922) (scheldw.) erg onaangename vent. Oorspronkelijk wellicht soldatentaal. Variant: kankerklerelijer*. • Salu, zeg die kankerlijer gedag! (A.M. de Jong: Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928) • Die kankerlijer...!!! Jaaaa... ik ben alweer rustig... (Marcus A. Heeresma: Landgenoten. 1983) • ‘Wat een vuile kelerelijers, wa...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kankerlijer

kankerlijer - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) kankerlijder, rotzak Woordherkomst samenstelling van kanker(werkwoord) en lijer

2024-03-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

kankerlijer

erg onaangename vent. Oorspronkelijk wellicht soldatentaal. Naar analogie van kelerelijer.Salu, zeg die kankerlijer gedag! (A.M. de Jong, Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928) Ik vroeg die kankerlijer of hij alsjeblieft geen heroïne aan mijn vriendin wilde verkopen. (Haagse Post, 29/03/1986) Vuile leugenachtige kankerlijder... (Hermine La...