kankeren
...
Marc De Coster (2020-2024)
1) (1980+) (plat) gooien, smijten. Syn.: donderen*; donderstenen*; donderstralen*; flikkeren*; flikkerstralen*; jensen (jenzen)*; jetsen*; ketsen*; keutelen*; kicken*; knikkeren*; kukelen*; kwakken*; lazeren*; lazerstralen*; mieteren*; peunen*; pleuren*; rotten*; sodeflikkeren*; sodehannesen*; sodekankeren*; sodekwakken*; sodemieteren*; sodemirakel...
Wiktionary (2019)
kankeren - Werkwoord 1. (inerg) ~ op uit protest schelden ♢ Op die maatregel is nog jaren flink gekankerd. Uitdrukkingen en gezegden ♦ op iets kankeren
Dr. E. Schröder (1980)
Het woord kankeren betekent: morren, wrokken. Het is afgeleid van het zelfstandig naamwoord kanker, een verhollandsing van het Latijnse cancer, dat krab betekent. Men geeft de naam kanker aan een kwaadaardig gezwel, omdat het met zijn blauwe vaatvertakkingen aan een krab doet denken. Niet zeer bekend is de zegswijze: de kanker aan iemand gezien heb...
Van Dale Uitgevers (1950)
(kankerde, is en heeft gekankerd), 1. de kanker hebben, kankerig zijn ; 2. als kanker weg-, invreten; zich woekerend verspreiden (van kwaad); 3. ontevreden, knorrig afgeven op toestanden en personen, morrend mopperen : hij loopt altijd te kankeren; 4. (niet alg.) iem. kankeren, plagen, pesten.
M. J. Koenen's (1937)
kankerde, i., h. (2) gekankerd (1 door kanker wegteren; de kanker hebben; 2 volkst. voortdurend mopperen, ontevredenheid tonen; zich wrokkend, morrend beklagen): 1 een kankerende plaats; de boom is onderhevig aan kankeren; 2 over iets (lopen te) kankeren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: