Wat is de betekenis van kanapee?

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kanapee

sofa, rusbank.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kanapee

m. (-s; -tje) [Fr. < Lat. conopeum, bed met muskietennet] 1. Eig. bank vormig meubel, van achteren en aan de zijden met leuningen, en met ongevuld trijp belegd. 2. Metf. sneetje geroosterd brood dat belegd wordt: met ansjovis.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kanapee

→canapé.

Wil je toegang tot alle 4 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Kanapee

Kanapee, v. zie CANAPÉ. *-KUSSEN, o. (-s), cylindervormig of vierkant kussen op eene kanapee.