Wat is de betekenis van kanaliseren?

kanaliseren - Werkwoord 1. (ov) rechttrekken tot een kanaal ♢ Deze kronkelige rivier is gekanaliseerd. Woordherkomst afgeleid van het Franse canaliser (met het achtervoegsel -eren) Verwante begrippen kanaal

kanaliseren - regelmatig werkwoord uitspraak: ka-na-li-se-ren 1. recht maken door de bochten af te snijden ♢ deze kronkelige rivier is gekanaliseerd 2. ervoor zorgen dat alles goed gaat ♢ hij he...

[Fr. canaliser, van Lat. canalis = waterleiding] een rivier door graven reguleren zodat ze (doorlopend) bevaarbaar wordt; van kanalen en buisleidingen voorzien; (fig.) in goede banen leiden.

van kanalen voorzien; in goede banen leiden

(kanaliseerde, heeft gekanaliseerd), 1. (een streek) van kanalen voorzien : men heeft voorgesteld deze heidestreek te kanaliseren om haar vruchtbaarder te maken. 2. (een rivier) door -wegneming van bochten, uitdieping enz. tot kanaal maken: de meeste rivieren in Nederland zijn gekanaliseerd.

gekanaliseerd (Fr. canaliser: 1 het bevaarbaar-maken van beken, rivieren; 2 van kanalen voorzien): 1 het kanaliseren der Mark in N.-Br.; 2 het kanaliseren van de veenstreken. (s = z).